Voetbal en de psycholoog

Ik heb geen verstand van voetbal. Ondanks dat mijn zonen hebben gevoetbald. Ik zorgde er altijd wel voor dat ik niet hoefde te vlaggen. Geen idee wat de regels waren. Ik stond liever in de kantine bij de frituur.

Ik heb hele andere redenen om te kijken dan het spel te begrijpen, dat heb ik al opgegeven. Maar nu ben ik aan de buis gekluisterd.

Ontwijking is een eerste reden. Ik ben dan 90 minuten vrijgesteld van denken. In deze donkere wintermaanden neig ik namelijk naar een winterdepressie. Voor de 4e keer op een rij, echtgenoot zegt dat het een trend is. Winter = Depressie. Dat geloof ik dan maar. Met voetbal kan ik mijn grijze massa uitschakelen, het is effectiever dan meditatie en speelser.

Bonding viert hoogtij. Voetbal kijken draagt substantieel bij aan het versterken van de familieband. In de 90 minuten plus blessuretijd zit ik - onze armen en benen over elkaar heengeslagen - met mijn zonen te kijken. En maar commentaar leveren. Normaal krijg ik ze met geen tien paarden naast me op de bank (16, 19 en 22), maar nu zitten ze als schoothondjes naast me. Samen aan het bier, dat ik lekker uit een flesje lurk.

Het allermooiste vind ik echter de emotie die ongecensureerd van het beeld af spat. Daar doe ik het voor. Voetbal is regelrechte emotie tv. In geen velden of wegen is er een programma te bekeken waar zoveel rauwe, wisselende en echte emotie voorbij komt. Neem de wedstrijd Portugal – Ghana, een uitgesproken dierentuin van gedrag. Verguld was ik met de reactie van de Ghanees die scoorde (zijn naam weet ik echt niet meer). Een enorme opperaap, het gezwollen ego als een piemel die zich in de erectie stand laat bewonderen, loopt hij naar het publiek toe en toont hen dat hij The King is. Prachtig. Prachtig dat dit mag en kan. En niet naar beneden wordt gesabeld, maar bejubeld.

 

Is emotie zo zeldzaam? Ja dat is in deze tijd van communicatiedeskundigen, journalisten, trainers, media profs niet meer te vinden. Zo zeldzaam dat het mij opviel vanaf het moment dat ik de eerste wedstrijd keek. Ik zei tegen echtgenoot: dit vind ik leuk, al die emoties, boos, blij, bedroefd het is alsof ik in de ziel van al deze mensen mag kijken. Alles op tv is tegenwoordig voorgekookt, braaf, juist of correct. Niemand springt meer uit de ban, veel antwoorden zijn nep, alles is gescript. Achter de schermen is het dan weer anders, maar dat is weer een volgend verhaal.

In de wedstrijd mag alle emotie er zijn. In het veld, bij de leiding en het publiek. Niemand die probeert om er professioneel uit te zien. Alles is echt. Echt kut, echt menens, echt fantastisch of echt waardeloos als er onterecht een penalty wordt gegeven. De spelers zijn ook echt. Steeds feller tegen het eind van de 1-1 wedstrijd. Als twee streetgangs die willen winnen, duwen en trekken ze elkaar omver. Niks of niemand die veinst ‘doet me niets’ of ‘dat zijn uw woorden’. Ik zie een interview voor me waar een politicus aan de tand wordt gevoeld door een journalist. Wat een nep antwoorden, nul emotie alleen beheersing.

Bij voetbal worden alle registers opengetrokken. De scheidsrechter wordt bespeeld, er wordt gesmeekt en een enkeling intimideert. Alle streken en het beste theater wordt tentoongespreid, om een gele kaart af te troggelen of een vrije trap te cheffen.

Deze uitingen laten zien wat ons mensen menselijk maakt. En als psycholoog houd ik nu eenmaal van gedrag observeren. Ik heb mezelf ontslagen van het zinnige dingen zeggen over voetbal en krijg er nu pas echt zin in.